Verdiepingscursus (zie keuzeschema)

“Hoe leer je de wil richting geven?” 

 

Voor vrijeschoolleerkrachten is dit wellicht de kernvraag waarmee zij dagelijks voor de klas stappen. Elke ochtend vragen we van leerkrachten, om het raadsel van het kind te ontsluieren. Anders gezegd: we vragen hen om zich zo met de kinderen te verbinden, dat ze tegemoet kunnen komen aan hun diepere wilsintentie. Het ondersteunen van kinderen in deze zin betekent, dat we trachten kinderen zo met hun hindernissen om te laten gaan, dat ze waar kunnen maken wat ze zich vanuit een diepere intentie hebben voorgenomen. Een krachtiger wilsvraag kunnen we ons niet voorstellen.

Natuurlijk is de verbinding met het kind een belangrijk instrument om die vraag te ontsluieren.

Toch zijn er ook directe pedagogisch-didactische instrumenten, die het wekken van deze wilsimpuls stimuleren. Gedurende deze week gaan we ons verdiepen in een vijftal instrumenten:

• Allereerst verdiepen we ons in het wezen van de wil en zijn gelaagdheid
• Wat betekent het vergeten en de herinnering in de pedagogie?
• Hoe kijken we naar de werking van de nacht? Wat is de invloed van het slapen en waken?
• Hoe kan een didactische aanpak van het onderwijs wekkend werken?
• Onderwijs vanuit denken, voelen en willen; de omweg is in deze de kortste verbinding tussen twee punten.

Deze en meerdere onderwerpen zullen we omzetten naar praktisch hanteerbaar onderwijs.

In de middag heeft deze groep een vast uur Euritmie. Het tweede kunstuur wordt gekozen.

Paul van Meurs, Adviseur bij Gestes; ‘Onderwijs als kunst, Kunst in het onderwijs’,  Auteur